-Een wirwar van formaten - Nieuwste technieken
-compressie - Ook in Europa
De
Beeldplaat
De Nederlandse firma Philips
ontketende eind jaren '70 een ware revolutie in de
muziekwereld met de uitvinding van de CompactDisk. Nu, amper
20 jaar later staat dit wereldje opnieuw voor een grote
verandering De lang tevoren aangekondigde opvolger van de CD
is gereed! Nieuwe technologie zorgt er voor dat niet alleen
uren muziek, maar ook complete speelfilms met super hifi
muziek op één CD-tje passen. Het schrijfje zal
voortaan DVD heten, wat staat voor: "digital versatile disk"
en niet 'dubbel video disk, zoals sommige hardnekkige
berichten ons willen doen geloven.
Een
wirwar van formaten
In totaal zijn er momenteel twaalf belangrijke
CD-formaten bekend:
1 -CD-audio, de bekendste
voor muziek en spraak
2 -CD-Rom, het digitale
vaste 'geheugen' voor computerbestanden
3 -MixedMode CD; CD-Rom in
de eerste track, gevolgd door audiotracks
4 -CD-Rom XA voor
multimedia-toepassingen, waarbij data, video en geluid 'door
elkaar zijn gevlochten'
5 -De CD-i. kent dezelfde
opslag als CD-Rom XA, maar werkt interactief.
6 -CD-i-ready Type 1. Dat
zijn CD-DA-schijven waarbij in de audiostilte tussen de
nummers in ruimte is gereëerd voor apart beeld en
geluid.
7 -De CD-bridge, ook wel
CD-Muli-sessie genoemd. Afspeelbaar op zowel een
CD-Romspeler als een CDi installatie. Door z.g. 'pointers'
wordt de juiste informatie gekozen die bij het
afspeelapparaat past.
8 -CD-R(ecordable) De CD die
zelf beschreven kan worden en daarna ingebrand
(=vastgelegd).
9 -CD-E(rasable) De
beschrijfbare en weer wisbare CD voor computerdata.
10-Photo-CD, speciaal door
kodak ontwikkeld om fotobeelden (gecomprimeerd) vast te
leggen.
11-Enhanced Music-CD, ook
wel CD+ genoemd. met audiotracks, video-beelden en
interactieve sessies gecombineerd.
12- Re-writeable-CD: Een
speciale laser brandt in op het beschrijfbare CD-plaatje en
verandert plaatselijk de goudkleur van het oppervlak in
zwart. De CD kan nu, door het ontstane contrast in zwarte
putjes en goudkleurige CD ondergrond met een aftastlaser
gelezen worden. Het plaatje kan weer gewist worden door een
speciale kleurlaser die het plaatselijk zwart-maken weer
ongedaan maakt. Opnieuw wordt dan een goudkleurige CD
verkregen. Deze kan vervolgens weer opnieuw worden
beschreven met informatie.
Er is dus in amper 20 jaar
heel wat aan de 'formaten' gesleuteld. De opslagcapaciteit
is echter steeds nagenoeg gelijk gebleven. Dat laatste was
de reden waarom de grote electronicaconcerns de koppen bij
elkaar staken om een opvolger te ontwikkelen met een hogere
capaciteit. De nieuwe schijfjes zijn qua grootte identiek
aan de bekende CD-schijfjes en de afspeelapparatuur voor
DVD-schijven kan ook de traditionele CD-tjes lezen, (anders
zouden immers de oude schijfjes weggeooid moeten worden en
dit zou veel mensen tot het besluit kunnen brengen voorlopig
geen nieuw apparaat aan te schaffen) verder gaat iedere
vergelijking mank. Al lijkt de goudklkeurige DVD-schijf
wellicht op een CD, de mogelijkheden zijn onvergelijkbaar.

Nieuwste technieken
Om hele speelfilms vast te leggen op het goudkleurige
schijfje, moest er wel het nodige gebeuren aan de bestaande
CD-technologie. Een film vraagt door alle bewegende beelden
veel meer 'ruimte' op de schijf. De gewone CD schiet dan
schromelijk tekort.
De ruimte op een CD of DVD wordt aangeduid in megabytes,
net als in de computerindustrie.
De bekende CD heeft 640 megabytes beschikbaar, of wel
maximaal 74 minuten muziek van goede kwaliteit. We zeggen
dan 74 minuten stereomuziek, 16 bits en 41000 herz. De
nieuwe DVD die nu in Amerika op de markt is gebracht
beschikt over maar liefst 6,5 gigabytes. Men werkt nu
koortsachtig aan een betere versie van 8,5 gigabytes en als
de fabrikanten het zo gauw redden komt er ook een
dubbelzijdige versie, dus 17.000 megabytes, zo'n 25 keer
zoveel als de huidige CD. Voor dezelfde hoeveelheid gegevens
zouden maar liefst 14.000 1,4 meg.-diskettes nodig zijn!!

compressie
De informatie op een CD of DVD is vastgelegd in kleine
putjes, die door een laserstraal worden afgetast . Door deze
putjes dichter op elkaar te zetten en kleiner te maken, kan
er meer informatie op hetzelfde oppervlak staan. De
pitgrootte (het putje, het ingebrande lasergaatje) is met
meer dan 50% teruggebracht tot 0,4 micrometer. De
trackbreedte (spoor, of groef) is daarnaast ook met meer als
50 % versmald tot 0,74 micrometer. Toch is de pitgrootte
fysiek nauwelijks teruggelopen maar is de inkeping dieper
geworden, waardoor het eigenlijke oppervlak gelijk is
gebleven.

|
Om dicht op elkaar geschreven data toch feilloos te
kunnen lezen heeft de laser ook een verandering ondergaan.
De 'oude' CD wordt gelezen met (onzichtbaar) infraroodlicht.
De DVD-laser maakt gebruik van een roodlaserlicht met
golglengten van 635 en 650 nanometer. Bovendien is de laser
voorzien van een verbeterde lens die beter kan focussen op
de laag waar de data is ingebed. De DVD-schijf die nu is
uitgebracht heeft nog één spoor, maar
binnenkort bestaat de mogelijkheid om putjes op twee
verschillende dieptes van de schijf in te branden. De schijf
zal dan bestaan uit twee datalagen die door een
semi-reflecterende laag van elkaar worden gescheiden. De
DVD-speler kan, dankzij de nieuwe lens in combinatie met de
roodlichtlaser 'kiezen' welke van de twee golflengten zal
worden benut. Alleen al hierdoor verdubbelt de capaciteit.
In tegenstelling tot de CD, die maar één
afspeelbare zijde heeft, bezit over enige tijd de DVD twee
bespeelde kanten. Normaal gesproken zou dit nog lang niet
genoeg zijn om complete bioscoopfilms op het gouden schijfje
kwijt te kunnen. Toch is Philips, destijds uitvinder van de
CD en nu één van de belangrijkste drijfveren
achter de DVD, in staat om maar liefst 4,5 uur film,
inclusief hifi-stereo geluid, op het schijfjete 'proppen'.
|
Dit 'proppen' kan vrijwel letterlijk opgevat worden. Om
de hele film op de DVD te kunnen vastleggen, maken de
DVD-fabrikanten namelijk gebruik van de allernieuwste
technologie op het gebied van hoge compressie. Compressie
maakt grote bestanden, zoals een film, kleiner door er loze
gegevens uit te halen.
Compressie van gegevens kan op vele manieren. Voor de DVD
is gekozen voor de methode van de Motion Pictures Expert
Group, level 2 (MPEG2). De opstellers van de methode zeggen
het menselijke oor en oog als maatstaf gekozen te hebben.
Dit houdt in dat geluiden worden weggelaten, die voor de
mens onhoorbaar zijn, maar wel geproduceerd worden door
muziekinstrumenten.
Ook geluiden die overstemd worden door een ander
hardgeluid, worden op de DVD weggelaten om ruimte te
scheppen voor informatie die wel iets toevoegt aan de
"beleving van de toehoorder".
Voor de compressie van de filmbeelden op een DVD is ook
voor de MPEG methode (MPEG2) gekozen. In plaats van alle
beelden, waarvan er zo'n 20 per seconde over het scherm
vliegen, afzonderlijk op te slaan worden slechts de
veranderingen van het ene naar het volgende beeld
doorgegeven. Dit levert een zeer aanzienlijke besparing op
van de benodigde schijfruimte. De beelden worden in twee
gangen verwerkt. Eerst wordt het beeld geanaliseerd en
vervolgens wordt de juiste (hoeveelheid) data toegewezen.
Een complex beeld (=een beeld met veel verschillen in zich)
krijgt zodoende veel bits terwijl een rustig beeld
(bijvoorbeeld een heldere lucht) slechts weinig bits krijgt
toebedeeld. Door deze methode wordt de beeldkwaliteit niet
aangetast.

De combinatie van de zeer geavanceerde
productietechnologie van het DVD-schijfje en de
vergevorderde compressietechnologieën voor beeld en
geluid, maakt het dus mogelijk complete speelfilms op
één schijfje vast te leggen, inclusief
ondertiteling in verschillende talen (voor de internationale
markt) en meertalig-stereogeluid.
Ook in
Europa
De eerste DVD-spelers staan in Amerika inmiddels op de
schappen te pronken. Europa moet nog even geduld hebben,
vooral omdat er nog niet voldoende speelfilms verkrijgbaar
zijn op DVD; Hollywood heeft nog tijd nodig om alle nieuwe
mogelijkheden van dit hypermoderne medium te ontdekken.
De DVD-speler, in combinatie met een breedbeeldtelevisie
en een volwaardige stereoset, draagt zorg voor een ware
bioscoopervaring in de huiskamer. De DVD geeft niet alleen
een haarscherp beeld, maar weet vooral door 'surround'-
stereoeffecten haar kwaliteit aan te tonen.
Zoals reeds was gezegd hoeven oude CD-tjes niet in de
prullebak te verdwijnen. Op de nieuwe DVD-spelers kunnen de
oude CD-tjes probleemloos draaien, mits de fabrikant maar de
juiste 'chip' heeft toegevoegd. Wel zal de oude videoplaat
in kwaliteit niet meer meekunnen. De techniek die daarbij is
gebruikt is in één klap verouderd en levert
beelden op, opgebouwd uit te weinig beeldlijnen en geluid
dat slechts matig te noemen is.
Het wachten is nu op de eerste DVD-copiërs, die
werken volgens het principe van de oude CD-toasters....

of terug naar